De of het babymoonvakantie? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord babymoonvakantie? Is het de babymoonvakantie of het babymoonvakantie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord babymoonvakantie moet gebruiken is:
De babymoonvakantie
Aanwijzend voornaamwoord babymoonvakantie
Dit of deze babymoonvakantie: deze babymoonvakantie
Dat of die babymoonvakantie: die babymoonvakantie

Bezittelijk voornaamwoord babymoonvakantie
Onze of ons babymoonvakantie: onze babymoonvakantie
Jouw of jou: jouw babymoonvakantie

Elke of elk babymoonvakantie?
Elke babymoonvakantie
Gerelateerd aan babymoonvakantie