De of het aster? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aster? Is het de aster of het aster? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aster moet gebruiken is:
De aster
Aanwijzend voornaamwoord aster
Dit of deze aster: deze aster
Dat of die aster: die aster

Bezittelijk voornaamwoord aster
Onze of ons aster: onze aster
Jouw of jou: jouw aster

Elke of elk aster?
Elke aster
Gerelateerd aan aster