De of het assurant? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord assurant? Is het de assurant of het assurant? Het juiste lidwoord dat je voor het woord assurant moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord assurant
Dit of deze assurant:
deze assurant
Dat of die assurant:
die assurant
Bezittelijk voornaamwoord assurant
Onze of ons assurant:
onze assurant
Jouw of jou:
jouw assurant
Elke of elk assurant?Elke assurant
Gerelateerd aan assurant