De of het asfalt? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord asfalt? Is het de asfalt of het asfalt? Het juiste lidwoord dat je voor het woord asfalt moet gebruiken is:
Het asfalt
Aanwijzend voornaamwoord asfalt
Dit of deze asfalt: dit asfalt
Dat of die asfalt: dat asfalt

Bezittelijk voornaamwoord asfalt
Onze of ons asfalt: ons asfalt
Jouw of jou: jouw asfalt

Elke of elk asfalt?
Elk asfalt
Gerelateerd aan asfalt