De of het arendsoog? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord arendsoog? Is het de arendsoog of het arendsoog? Het juiste lidwoord dat je voor het woord arendsoog moet gebruiken is:
Het arendsoog
Aanwijzend voornaamwoord arendsoog
Dit of deze arendsoog: dit arendsoog
Dat of die arendsoog: dat arendsoog

Bezittelijk voornaamwoord arendsoog
Onze of ons arendsoog: ons arendsoog
Jouw of jou: jouw arendsoog

Elke of elk arendsoog?
Elk arendsoog
Gerelateerd aan arendsoog