De of het arcsinus? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord arcsinus? Is het de arcsinus of het arcsinus? Het juiste lidwoord dat je voor het woord arcsinus moet gebruiken is:
De arcsinus
Aanwijzend voornaamwoord arcsinus
Dit of deze arcsinus: deze arcsinus
Dat of die arcsinus: die arcsinus

Bezittelijk voornaamwoord arcsinus
Onze of ons arcsinus: onze arcsinus
Jouw of jou: jouw arcsinus

Elke of elk arcsinus?
Elke arcsinus
Gerelateerd aan arcsinus