De of het arbeid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord arbeid? Is het de arbeid of het arbeid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord arbeid moet gebruiken is:
De arbeid
Aanwijzend voornaamwoord arbeid
Dit of deze arbeid: deze arbeid
Dat of die arbeid: die arbeid

Bezittelijk voornaamwoord arbeid
Onze of ons arbeid: onze arbeid
Jouw of jou: jouw arbeid

Elke of elk arbeid?
Elke arbeid
Gerelateerd aan arbeid