Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aperitief? Is het de aperitief of het aperitief? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord aperitief kunt gebruiken zijn:
De aperitiefHet aperitief
Aanwijzend voornaamwoord aperitief
Dit of deze aperitief:
dit aperitief / deze aperitief
Dat of die aperitief:
dat aperitief / die aperitief
Bezittelijk voornaamwoord aperitief
Onze of ons aperitief:
onze aperitief / ons aperitief
Jouw of jou: jouw aperitief
Elke of elk aperitief? Elke aperitief / elk aperitief