De of het antivirus? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord antivirus? Is het de antivirus of het antivirus? Het juiste lidwoord dat je voor het woord antivirus moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord antivirus
Dit of deze antivirus:
dit antivirus
Dat of die antivirus:
dat antivirus
Bezittelijk voornaamwoord antivirus
Onze of ons antivirus:
ons antivirus
Jouw of jou:
jouw antivirus
Elke of elk antivirus?Elk antivirus
Gerelateerd aan antivirus