De of het antichrist? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord antichrist? Is het de antichrist of het antichrist? Het juiste lidwoord dat je voor het woord antichrist moet gebruiken is:
De antichrist
Aanwijzend voornaamwoord antichrist
Dit of deze antichrist: deze antichrist
Dat of die antichrist: die antichrist

Bezittelijk voornaamwoord antichrist
Onze of ons antichrist: onze antichrist
Jouw of jou: jouw antichrist

Elke of elk antichrist?
Elke antichrist
Gerelateerd aan antichrist