De of het annuïteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord annuïteit? Is het de annuïteit of het annuïteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord annuïteit moet gebruiken is:
De annuïteit
Aanwijzend voornaamwoord annuïteit
Dit of deze annuïteit: deze annuïteit
Dat of die annuïteit: die annuïteit

Bezittelijk voornaamwoord annuïteit
Onze of ons annuïteit: onze annuïteit
Jouw of jou: jouw annuïteit

Elke of elk annuïteit?
Elke annuïteit
Gerelateerd aan annuïteit