De of het Anderlechtenaar? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Anderlechtenaar? Is het de Anderlechtenaar of het Anderlechtenaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Anderlechtenaar moet gebruiken is:
De Anderlechtenaar
Aanwijzend voornaamwoord Anderlechtenaar
Dit of deze Anderlechtenaar: deze Anderlechtenaar
Dat of die Anderlechtenaar: die Anderlechtenaar

Bezittelijk voornaamwoord Anderlechtenaar
Onze of ons Anderlechtenaar: onze Anderlechtenaar
Jouw of jou: jouw Anderlechtenaar

Elke of elk Anderlechtenaar?
Elke Anderlechtenaar
Gerelateerd aan Anderlechtenaar