De of het aminozuur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aminozuur? Is het de aminozuur of het aminozuur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aminozuur moet gebruiken is:
Het aminozuur
Aanwijzend voornaamwoord aminozuur
Dit of deze aminozuur: dit aminozuur
Dat of die aminozuur: dat aminozuur

Bezittelijk voornaamwoord aminozuur
Onze of ons aminozuur: ons aminozuur
Jouw of jou: jouw aminozuur

Elke of elk aminozuur?
Elk aminozuur
Gerelateerd aan aminozuur