De of het ambtswoning? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ambtswoning? Is het de ambtswoning of het ambtswoning? Het juiste lidwoord dat je voor het woord ambtswoning moet gebruiken is:
De ambtswoning
Aanwijzend voornaamwoord ambtswoning
Dit of deze ambtswoning: deze ambtswoning
Dat of die ambtswoning: die ambtswoning

Bezittelijk voornaamwoord ambtswoning
Onze of ons ambtswoning: onze ambtswoning
Jouw of jou: jouw ambtswoning

Elke of elk ambtswoning?
Elke ambtswoning
Gerelateerd aan ambtswoning