De of het alleen-zijn? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord alleen-zijn? Is het de alleen-zijn of het alleen-zijn? Het juiste lidwoord dat je voor het woord alleen-zijn moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord alleen-zijn
Dit of deze alleen-zijn:
dit alleen-zijn
Dat of die alleen-zijn:
dat alleen-zijn
Bezittelijk voornaamwoord alleen-zijn
Onze of ons alleen-zijn:
ons alleen-zijn
Jouw of jou:
jouw alleen-zijn
Elke of elk alleen-zijn?Elk alleen-zijn
Gerelateerd aan alleen-zijn