De of het airbag? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord airbag? Is het de airbag of het airbag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord airbag moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord airbag
Dit of deze airbag:
deze airbag
Dat of die airbag:
die airbag
Bezittelijk voornaamwoord airbag
Onze of ons airbag:
onze airbag
Jouw of jou:
jouw airbag
Elke of elk airbag?Elke airbag
Gerelateerd aan airbag