Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aidsrisico? Is het de aidsrisico of het aidsrisico? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord aidsrisico kunt gebruiken zijn:
De aidsrisicoHet aidsrisico
Aanwijzend voornaamwoord aidsrisico
Dit of deze aidsrisico:
dit aidsrisico / deze aidsrisico
Dat of die aidsrisico:
dat aidsrisico / die aidsrisico
Bezittelijk voornaamwoord aidsrisico
Onze of ons aidsrisico:
onze aidsrisico / ons aidsrisico
Jouw of jou: jouw aidsrisico
Elke of elk aidsrisico? Elke aidsrisico / elk aidsrisico