De of het agronoom? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord agronoom? Is het de agronoom of het agronoom? Het juiste lidwoord dat je voor het woord agronoom moet gebruiken is:
De agronoom
Aanwijzend voornaamwoord agronoom
Dit of deze agronoom: deze agronoom
Dat of die agronoom: die agronoom

Bezittelijk voornaamwoord agronoom
Onze of ons agronoom: onze agronoom
Jouw of jou: jouw agronoom

Elke of elk agronoom?
Elke agronoom
Gerelateerd aan agronoom