De of het afwisseling? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord afwisseling? Is het de afwisseling of het afwisseling? Het juiste lidwoord dat je voor het woord afwisseling moet gebruiken is:
De afwisseling
Aanwijzend voornaamwoord afwisseling
Dit of deze afwisseling: deze afwisseling
Dat of die afwisseling: die afwisseling

Bezittelijk voornaamwoord afwisseling
Onze of ons afwisseling: onze afwisseling
Jouw of jou: jouw afwisseling

Elke of elk afwisseling?
Elke afwisseling
Gerelateerd aan afwisseling