De of het afrukking? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord afrukking? Is het de afrukking of het afrukking? Het juiste lidwoord dat je voor het woord afrukking moet gebruiken is:
De afrukking
Aanwijzend voornaamwoord afrukking
Dit of deze afrukking: deze afrukking
Dat of die afrukking: die afrukking

Bezittelijk voornaamwoord afrukking
Onze of ons afrukking: onze afrukking
Jouw of jou: jouw afrukking

Elke of elk afrukking?
Elke afrukking
Gerelateerd aan afrukking