De of het afrekenstation? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord afrekenstation? Is het de afrekenstation of het afrekenstation? Het juiste lidwoord dat je voor het woord afrekenstation moet gebruiken is:
Het afrekenstation
Aanwijzend voornaamwoord afrekenstation
Dit of deze afrekenstation: dit afrekenstation
Dat of die afrekenstation: dat afrekenstation

Bezittelijk voornaamwoord afrekenstation
Onze of ons afrekenstation: ons afrekenstation
Jouw of jou: jouw afrekenstation

Elke of elk afrekenstation?
Elk afrekenstation
Gerelateerd aan afrekenstation