De of het afpersing? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord afpersing? Is het de afpersing of het afpersing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord afpersing moet gebruiken is:
De afpersing
Aanwijzend voornaamwoord afpersing
Dit of deze afpersing: deze afpersing
Dat of die afpersing: die afpersing

Bezittelijk voornaamwoord afpersing
Onze of ons afpersing: onze afpersing
Jouw of jou: jouw afpersing

Elke of elk afpersing?
Elke afpersing
Gerelateerd aan afpersing