De of het aflossingstermijn? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aflossingstermijn? Is het de aflossingstermijn of het aflossingstermijn? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aflossingstermijn moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord aflossingstermijn
Dit of deze aflossingstermijn:
deze aflossingstermijn
Dat of die aflossingstermijn:
die aflossingstermijn
Bezittelijk voornaamwoord aflossingstermijn
Onze of ons aflossingstermijn:
onze aflossingstermijn
Jouw of jou:
jouw aflossingstermijn
Elke of elk aflossingstermijn?Elke aflossingstermijn
Gerelateerd aan aflossingstermijn