De of het advent? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord advent? Is het de advent of het advent? Het juiste lidwoord dat je voor het woord advent moet gebruiken is:
De advent
Aanwijzend voornaamwoord advent
Dit of deze advent: deze advent
Dat of die advent: die advent

Bezittelijk voornaamwoord advent
Onze of ons advent: onze advent
Jouw of jou: jouw advent

Elke of elk advent?
Elke advent
Gerelateerd aan advent