De of het achtergrond? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord achtergrond? Is het de achtergrond of het achtergrond? Het juiste lidwoord dat je voor het woord achtergrond moet gebruiken is:
De achtergrond
Aanwijzend voornaamwoord achtergrond
Dit of deze achtergrond: deze achtergrond
Dat of die achtergrond: die achtergrond

Bezittelijk voornaamwoord achtergrond
Onze of ons achtergrond: onze achtergrond
Jouw of jou: jouw achtergrond

Elke of elk achtergrond?
Elke achtergrond
Gerelateerd aan achtergrond