De of het abituriënt? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord abituriënt? Is het de abituriënt of het abituriënt? Het juiste lidwoord dat je voor het woord abituriënt moet gebruiken is:
De abituriënt
Aanwijzend voornaamwoord abituriënt
Dit of deze abituriënt: deze abituriënt
Dat of die abituriënt: die abituriënt

Bezittelijk voornaamwoord abituriënt
Onze of ons abituriënt: onze abituriënt
Jouw of jou: jouw abituriënt

Elke of elk abituriënt?
Elke abituriënt
Gerelateerd aan abituriënt