De of het aanvechting? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aanvechting? Is het de aanvechting of het aanvechting? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aanvechting moet gebruiken is:
De aanvechting
Aanwijzend voornaamwoord aanvechting
Dit of deze aanvechting: deze aanvechting
Dat of die aanvechting: die aanvechting

Bezittelijk voornaamwoord aanvechting
Onze of ons aanvechting: onze aanvechting
Jouw of jou: jouw aanvechting

Elke of elk aanvechting?
Elke aanvechting
Gerelateerd aan aanvechting