De of het aanvangssnelheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aanvangssnelheid? Is het de aanvangssnelheid of het aanvangssnelheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aanvangssnelheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord aanvangssnelheid
Dit of deze aanvangssnelheid:
deze aanvangssnelheid
Dat of die aanvangssnelheid:
die aanvangssnelheid
Bezittelijk voornaamwoord aanvangssnelheid
Onze of ons aanvangssnelheid:
onze aanvangssnelheid
Jouw of jou:
jouw aanvangssnelheid
Elke of elk aanvangssnelheid?Elke aanvangssnelheid
Gerelateerd aan aanvangssnelheid