De of het aansprakelijkheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aansprakelijkheid? Is het de aansprakelijkheid of het aansprakelijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aansprakelijkheid moet gebruiken is:
De aansprakelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord aansprakelijkheid
Dit of deze aansprakelijkheid: deze aansprakelijkheid
Dat of die aansprakelijkheid: die aansprakelijkheid

Bezittelijk voornaamwoord aansprakelijkheid
Onze of ons aansprakelijkheid: onze aansprakelijkheid
Jouw of jou: jouw aansprakelijkheid

Elke of elk aansprakelijkheid?
Elke aansprakelijkheid
Gerelateerd aan aansprakelijkheid