De of het aansporing? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aansporing? Is het de aansporing of het aansporing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aansporing moet gebruiken is:
De aansporing
Aanwijzend voornaamwoord aansporing
Dit of deze aansporing: deze aansporing
Dat of die aansporing: die aansporing

Bezittelijk voornaamwoord aansporing
Onze of ons aansporing: onze aansporing
Jouw of jou: jouw aansporing

Elke of elk aansporing?
Elke aansporing
Gerelateerd aan aansporing