De of het aanblazing? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aanblazing? Is het de aanblazing of het aanblazing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aanblazing moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord aanblazing
Dit of deze aanblazing:
deze aanblazing
Dat of die aanblazing:
die aanblazing
Bezittelijk voornaamwoord aanblazing
Onze of ons aanblazing:
onze aanblazing
Jouw of jou:
jouw aanblazing
Elke of elk aanblazing?Elke aanblazing
Gerelateerd aan aanblazing