De of het aanbestedingsvoorwaarde? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aanbestedingsvoorwaarde? Is het de aanbestedingsvoorwaarde of het aanbestedingsvoorwaarde? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aanbestedingsvoorwaarde moet gebruiken is:
De aanbestedingsvoorwaarde
Aanwijzend voornaamwoord aanbestedingsvoorwaarde
Dit of deze aanbestedingsvoorwaarde:
deze aanbestedingsvoorwaarde
Dat of die aanbestedingsvoorwaarde:
die aanbestedingsvoorwaarde
Bezittelijk voornaamwoord aanbestedingsvoorwaarde
Onze of ons aanbestedingsvoorwaarde:
onze aanbestedingsvoorwaarde
Jouw of jou: jouw aanbestedingsvoorwaarde
Elke of elk aanbestedingsvoorwaarde? Elke aanbestedingsvoorwaarde